Een neiging betekenis

ging Verbuigingen: neigingen (meerv.) iets wat je (onbewust) steeds doet Voorbeelden: 'een hinderlijke neiging tot blozen', 'braakneigingen' Synoniemen: aandrang aandrift aanleg aanvechting achteruitgaand drang drift geneigdheid gezindheid hang hellend helling im. ging (de ; v ; meervoud: neigingen) 1 telkens terugkerende drang om iets te doen ; = gezindheid: ik heb de neiging om te veel te eten als ik niet oplet, eet ik te veel ; zij toonde niet de minste neiging om weg te gaan ze dacht er niet over, was dat absoluut niet van plan.

Een neiging betekenis de neiging v. het onbewust graag op een bepaalde manier gedragen Hij heeft soms de neiging om weg te dromen.; Ik heb zelf de neiging om voor het andere te kiezen.

Neiging synoniem

Neiging is zwakker; het veronderstelt een licht overhellen, doch zonder bepaald bewustzijn van begeerte. Geneigdheid geeft het geneigd zijn tot iets te kennen, 't zij dat men dit van nature is, 't zij als gevolg van overleg. is een onafhankelijk privé-initiatief, gestart in Behalve voor het vertalen van woorden, kun je bij ons ook terecht voor synoniemen, puzzelwoorden, rijmwoorden, werkwoordvervoegingen en dialecten.

Neiging synoniem ging Verbuigingen: neigingen (meerv.) iets wat je (onbewust) steeds doet Voorbeelden: 'een hinderlijke neiging tot blozen', 'braakneigingen' Synoniemen: aandrang aandrift aanleg aanvechting achteruitgaand drang drift geneigdheid gezindheid hang hellend helling im.

Aanleg definitie

Aanleg ring, inrichting, ontwerp, vorm. Voorbeeld: ‘Overal rond liggen de dorpen als zovele blinkende kleurstippels eigen van uitzicht, met eigen aanleg, bouwtrant en lijnenspel’ van aanvatting en uitvoering van een werk; beheer Voorbeeld: ‘Haar doel was: tot daar geraken zonder grote ontbering of armoede te lijden en Ja. aanleg - English translation of aanleg from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary.

Aanleg definitie leg (de; m) 1 het maken: de aanleg van kanalen 2 talent: aanleg voor wiskunde hebben 3 neiging, vatbaarheid: aanleg tot zwaarmoedigheid; hij heeft aanleg om dik te worden 4 (juridisch) instantie: in eerste aanleg; (België) rechtbank van eerste aanleg arrondissementsrechtbank aa n·leg·gen (legde aan, heeft aangelegd) 1 aanbrengen: een.

Geneigd zijn tot

Geneigd wordt in de standaardtaal gebruikt in de betekenissen ‘een (natuurlijke) neiging hebben om/tot, de drang voelen om/tot’ en ‘bereid zijn om/tot’. (1) Uit onderzoek bleek dat mannen die tot tien tellen bij een moeilijke situatie minder snel geneigd zijn vreemd te gaan. neigd geneigd zijn tot (iets) (het gevoel hebben (iets) te willen of moeten doen) 'Mijn man behandelt me zo slecht dat ik ertoe geneigd ben van hem te scheiden.'.

Geneigd zijn tot geneigd zijn (intransitive) to tend, to be inclined, to have a tendency [ with tot ‘to, towards’ ] Ik ben geneigd te denken dat het altijd slecht weer is.

Voorliefde hebben

1) voorkeur voor iets vb: ik heb een voorliefde voor oude huizen (2) 1) Bevlieging 2) Faible 3) Ingenomenheid 4) Keus 5) Manie 6) Partijdigheid 7) Penc. v., liefde voor, ingenomenheid met iets of iem. boven andere zaken of pers.: voorliefde voor iets hebben; zijn voorliefde betreft, gaat uit naar ; — iets met voorliefde doen, gaarne, liever dan iets anders.

Voorliefde hebben Wat is een voorliefde? Een voorliefde is een sterke voorkeur of affiniteit voor iets of iemand. Het is een gevoel van aantrekking of genegenheid dat iemand heeft voor een bepaald onderwerp, activiteit, persoon of object. Een voorliefde kan variëren van een lichte voorkeur tot een intense passie. Voorliefde versus andere termen.