Stuklopen op betekenis

lo·pen (liep stuk, heeft, is stukgelopen) 1 door lopen stukmaken: schoenen stuklopen 2 mislukken: de onderhandelingen zijn stukgelopen Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken? Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. Encyclo is een zoekmachine voor Nederlandstalige begrippen en definities. Op deze pagina: STUKLOPEN - definitie - Encyclo. Ook op deze site. Stuklopen op betekenis Conjugation of stuklopen (strong class 7, separable) infinitive: stuklopen: past singular: liep stuk: past participle: stukgelopen: infinitive: stuklopen: gerund: stuklopen n: main clause subordinate clause; present tense past tense present tense past tense; 1st person singular: loop stuk: liep stuk: stukloop: stukliep: 2nd person sing. loopt.
stuklopen op betekenis

Mislukken betekenis

luk·ken Vervoegingen: mislukte ( enkelv.) Vervoegingen: is mislukt () niet gaan zoals bedoeld of gewenst Voorbeelden: 'een mislukte moordaanslag', 'Het hele project is jammerlijk mislukt.'. Mislukking 1) Aanfluiting 2) Afgang 3) Algehele ondergang 4) Blindganger 5) Debacle 6) Echec 7) Fiasco 8) Flip 9) Flop 10) Gefaalde poging 11) Iets dat niet lukt 12) Ineenstorting 13) Mislukkeling 14) Misser 15) Misval 16) Schipbreuk 17) Sof 18) Strop 19) Tegenslag 20) Tegenvaller.
Mislukken betekenis l u k·ken (mislukte, is mislukt) 1 niet lukken, slecht uitvallen 2 niet worden tot dat wat iem. of iets moest worden.
mislukken betekenis

Vastlopen betekenis

lo·pen Vervoegingen: liep vast ( enkelv.) Vervoegingen: is vastgelopen () in een situatie komen dat je niet verder kunt Voorbeelden: 'Het schip liep vast in de modderige bodem.', 'De computer is vastgelopen.', 'Het overleg liep vast op de weigering. VASTLOPEN - English translation of VASTLOPEN from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary.
  • Vastlopen betekenis vastlopen (ww.) to waver; to becoming stuck; to bind; to bottom; to clipping; to deadlock; to falter; to get stuck; to jam; to run aground; to seize; to stagnate; to stay put; to stick; to stop: het vastlopen: the obstruction; the stoppage; the reaching a deadlock; the failing; the congelation; the coming to a standstill; the breaking down.
  • vastlopen betekenis

    Falen betekenis

    len Vervoegingen: faalde ( enkelv.) Vervoegingen: heeft gefaald () je doel niet bereiken Voorbeeld: 'Hij faalde in zijn poging de kampioenstitel te behalen.' Antoniem: slagen Synoniem: tekortschieten Synoniemen: afgaan feilen floppen misgaan mislopen mislukken. len (faalde, heeft gefaald) 1 tekortschieten: het geheugen kan falen 2 mislukken: alle pogingen faalden 3 fouten begaan ; zijn doel niet bereiken: hij faalde op het beslissende moment ; medisch falen fout begaan door een arts.
    Falen betekenis falen (third-person singular present fält, preterite foul, past participle gefall, past subjunctive féil, auxiliary verb sinn) to fall; Conjugation [edit].
    falen betekenis

    Niet lukken

    niet lukken translation in Dutch - English Reverso dictionary, see also 'niet, niets, nieten, nietje', examples, definition, conjugation. Vertalingen in context van "niet lukken" in Nederlands-Engels van Reverso Context: gaat niet lukken, dat zal niet lukken, niet zou lukken, gaat je niet lukken, niet zal lukken.
      Niet lukken Als de overheid zou willen weten waarop je gestemd hebt, zal het ze niet lukken.
    niet lukken