Lopen betekenis van dale
loop (de; m) 1 (meervoud: lopen) het (hard)lopen: marathonloop 2 vlucht: op de loop gaan 3 voortbeweging in een bep. richting: de loop van een rivier 4 voortgang in de tijd, duur: in de loop van de dag; in de loop der tijd op den duur, langzamerhand; het recht moet zijn loop hebben onbelemmerd kunnen worden gehandhaafd; zijn fantasie de vrije. 2. zich met de benen voortbewegen; gaan: leren lopen; het is te ver om te lopen, om te voet te gaan; op handen en voeten lopen; op zijn kousen lopen; iem. in de weg, voor de voeten lopen; — boodschappen lopen; — in geen twee sloten tegelijk lopen, op zichzelf kunnen passen; — iem. tegen het lijf lopen, hem onverwachts ontmoeten; iem. Lopen betekenis van dale Zoek snel en eenvoudig de juiste betekenis en spelling van woorden op met het Gratis Woordenboek van Van Dale. Altijd betrouwbaar en actueel.
Van dale woordenboek
Zoek de betekenis, synoniemen, vertalingen en voorbeelden van woorden in het Nederlands met Van Dale Online. Typ een woord zonder accenten in de bovenstaande balk en kies de juiste taalcombinatie om te zoeken. Van Dale biedt je taaloplossingen op elk niveau, van de bekende ‘Dikke’ of ‘Grote’ Van Dale tot online woordenboeken in verschillende talen. Ontdek de nieuwste woorden, de woord van het jaar-verkiezing, de woorden van de week en meer op de site van Van Dale. Van dale woordenboek Zoek snel en eenvoudig de juiste betekenis en spelling van woorden op met het Gratis Woordenboek van Van Dale. Altijd betrouwbaar en actueel.Betekenis lopen
lopen 1> varen. VAART LOPEN: snelheid (t.o.v. de wal) hebben. UIT HET ROER LOPEN: situatie waarbij het roer geen of nog maar weinig effect heeft. 2> in het visnet geraken. Wordt ondermeer in de zegenvisserij van zalm gezegd. Ook stoten en snokken genoemd. [Links: Diverse termen inzake de visserij.]. loop (de; m) 1 (meervoud: lopen) het (hard)lopen: marathonloop 2 vlucht: op de loop gaan 3 voortbeweging in een bep. richting: de loop van een rivier 4 voortgang in de tijd, duur: in de loop van de dag; in de loop der tijd op den duur, langzamerhand; het recht moet zijn loop hebben onbelemmerd kunnen worden gehandhaafd; zijn fantasie de vrije. Betekenis lopen lopen (Noord-Nederlands) ergatief stappen, gaan, wandelen Lopen naar het stadhuis is sneller dan met de auto. Jack was een kale man van in de zestig die 35 jaar geleden zelf de PCT had gelopen. [3] Meteen liep ik naar mijn tent die onder het gewicht van de sneeuw voor de helft bleek te zijn ingestort. [3] (Zuid-Nederlands) ergatief rennen.Synoniemen lopen
gaan, kuieren, lopen, wandelen Zich te voet voortbewegen. Wanneer loopen tegenover gaan wordt gesteld, dan geeft het eerste te kennen, dat de beweging met zekere snelheid of haast plaats heeft. Synoniemen van lopen. bestaan; deelnemen aan; functioneren; gaan; gaande zijn; geloop; hardlopen; krossen; kuieren; marcheren; naderen; rondslenteren; rouleren; schrijden; slenteren; stappen; stromen; tippelen; treden; varen; vastlopen; vloeien; wandelen; zich voortbewegen; Puzzelomschrijvingen van lopen: Aan de gang zijn; Aankuieren; Benen.Synoniemen lopen Synoniemen en analogieën voor "lopen" in het Nederlands, gegroepeerd op betekenis.
Uitdrukkingen met lopen
Bekende gezegden, uitspraken en spreekwoorden over lopen met betekenis zoals: Kleine potjes lopen gauw over (Kleingeestige mensen zijn snel kwaad). Abonneer je met de volgende knop rechtstreeks op ons nieuwe YouTubekanaal voor nog veel meer!. Met de bakkersmand lopen. Met de dood in de schoenen lopen. Met de stroopkwast lopen. Met de strooppot lopen. Met een nat zeil lopen. Met het geld van de barbier in zijn zak lopen. Met het hoofd tegen de muur lopen. Met molentjes lopen. Met naar de schoen van een dode te wachten kan men lang blootsvoets lopen. Met vallen en opstaan leert men.Uitdrukkingen met lopen Lees alle spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden met het woord - spaak lopen - op Ensie.